Waarom vasten op Jom Kippoer?
Deze vraag wordt mij door de redactie van Rond de Bron gesteld. Of ik maar een antwoord op deze vraag wil geven.
Het voor de hand liggende antwoord is vanzelfsprekend: wij vasten omdat de Tora vasten op Jom Kippoer voorschrijft.
Maar de redactionele vraag aan mij is natuurlijk of er een dieper grijpend antwoord op deze vraag is.
Mijn gedachten gaan uit naar het volgende:
Mosje vraagt in zijn afscheidsrede: ‘We’atta, ma Hasjeem Ellokècha sjoe’eel mee’imach – Wat vraagt G.d van jullie?’
En Mosje geeft zelf het antwoord: ‘Kie im lejir’a et Hasjeem Ellokècha – alleen maar ontzag voor G.d te hebben.’
Vraagt de Gemara-Talmoed: ‘Alleen maar’. ‘Is dat dan slechts een kleinigheid?!’
‘Ja, voor Mosje is dat een kleinigheid!’ is daar het antwoord.
Maar dan de tegenvraag: ‘Er staat toch ‘Wat G.d van jullie vraagt’?!
Een van de antwoorden op deze vraag wordt in het 42e hoofdstuk van het Chabad-boek Tanya gegeven. Namelijk, dat in iedereen dat aspect van Mosje spiritueel aanwezig is. Een vonkje van zijn ziel. Verborgen misschien, maar toch. En dus is het voor iedereen mogelijk tot ontzag voor Hasjeem te komen.
Mooi. Prachtig. Diepzinnig. Maar daarmee is de mij gestelde vraag ‘Waarom vasten op Jom Kippoer?’ nog niet beantwoord.
Welnu. De boven gestelde vraag ‘Ma – Wat vraagt Hasjeem van jullie’ wordt ook bevestigend begrepen. Namelijk: Ma; lees Mee’a, honderd. Honderd berachot-zegenspreuken dagelijks uitspreken, dat wordt van jou verwacht!
Dagelijks. Laten wij eerlijk zijn, op een gewone doordeweekse dag is dat al een behoorlijke opdracht. Maar mét de drie dagelijkse gebeden, en mét de berachot-zegenspreuken vóór en na het eten en drinken, zijn die honderd dagelijkse berachot haalbaar. Maar op Jom Kippoer is dit - zonder eten en zonder drinken en zonder de bijbehorende voor- en naberachotecht - wel een probleem.
Hoe dan kunnen wij de opdracht ‘Ma, wat vraagt Hasjeem van jullie,’ vervullen?!
Het antwoord op deze vraag: ‘Ma, wat. Dát is wat Hasjeem jullie vraagt.’
‘Ma’ is de betekenis van ‘Wat’.
Alleen de mens is in staat deze vraag van ‘Ma-Wat?’ te stellen.
Dieren vragen zich niets af. Dieren leven instinctmatig. Dieren ervaren het leven als vanzelfsprekend.
Alleen de mens is tot ‘Ma-Wat?’ in staat. In staat bewust na te denken. Vragen te stellen. Antwoorden te zoeken.
(Tussen haakjes: ‘Ma’ is ook een woord dat duidt op nederigheid. Toegeven dat je iets niet weet, iets niet begrijpt. ‘Wat?’ Haakjes sluiten.)
De mens denkt. Hij weet. En reageert.
De mens vraagt zich af. Stelt vragen. Geeft te kennen iets niet te weten. Iets niet te begrijpen.
‘Wat? Ma?’ Dat vermogen is de ‘Koach Ma’, de ‘Kracht van het Wat?’
‘Koach Ma’.
Koach, geschreven met de ivriet-letters Kaf en Chet. En met dezelfde letters van ‘Koach Ma’ wordt geschreven het woord ‘Chochma – Wijsheid’.
Het is de kracht van de wijsheid. Het is het vermogen – alleen aan de mens gegeven – om te kúnnen vragen!
Het is de mens gegeven om toe te geven iets niet te weten; iets niet te begrijpen. En dan te vragen: ‘Ma?’
(Opnieuw tussen haakjes:
‘Mens’. In het Ivriet-Hebreeuws: ‘Adam’.
Elke letter van het Aleph-Beth heeft een getalwaarde.
Ma - getalwaarde 45.
Adam - getalwaarde 45.
Dezelfde getalwaarde! Wel heel opmerkelijk. En leerzaam. Haakje sluiten.)
‘Ma-Wat’
Dat is dus het specifieke van de Mens. En daarmee ook de opdracht die wij mensen hebben gekregen. En daarover moeten wij diep, diep nadenken. Zeker op Jom Kippoer. En dan is het niet goed om afgeleid te worden door te eten en te drinken. Vasten dus.
Ziehier een mogelijk antwoord op de gestelde vraag: WAAROM VASTEN?
Mijn wens: Succes ermee! Een gezonde vasten en een gezonde aanbijt!
Rabbijn ing. I. Vorst
Commenti