G.d verschijnt aan aartsvader Avraham na diens beriet miela-besnijdenis, nu 5774-2047=3727 jaar geleden. En het is dus 3727 jaar dat het Joodse Volk - ondanks vaak heel moeilijke omstandigheden - dit gebod vervult. Rabbijn Vorst refereert kort aan de Besnijdenis Resolutie van de Raad van Europa: 'Wat een chotspe!'
Wat was de reden van deze G.dsverschijning aan Avraham? Waarom kwamen de drie engelen in mensengedaante? Uitleg volgt, o.a. aan de hand van opmerkingen van de beroemde Tora-verklaarder Rasji.
De Rebbe verbaast zich over de felheid tegenover G.d van de zachtmoedige Avraham in diens pleidooi ten behoeve van Sedom en Omstreken. Daarna leert de Rebbe ons daaruit een belangrijke les.
Rabbijn Vorst schenkt aandacht aan psalm 67, een van de Tehilliem-psalmen van deze week. Rabbiner Hirsch, de zevenarmige menora en het getal 49 komen ter sprake.
In de Tanya tekst van deze week komt het overlijden van een tsadiek aan de orde. Hoe te begrijpen wat de Zohar opmerkt, dat een tsadiek na diens overlijden nog meer in deze wereld aanwezig is dan daarvoor?! Rabbijn Vorst probeert het uit te leggen.
11 chesjwan is de datum dat aartsmoeder Racheel overleed. Luister ademloos hoe Racheel zich voor haar zuster Lea opofferde! Wauw!
SJABBAT SJALOM
Comments