top of page

De Evolutie van de Eiffeltoren #6 - Ook ik twijfelde


‘Stoor ik?’


Het is Elsje.


‘Zeg het maar.’


‘U zei mij dat u in uw jeugd een traject hebt doorlopen, dat er toe heeft geleid dat u bent blijven geloven.’


Dat had ik inderdaad tegen Elsje gezegd.


‘U had twijfels, vertelde u. Die twijfels, daar ben ik best wel nieuwsgierig naar.’

Elsje kijkt mij aan. Met een serieuze blik in haar – mooie – ogen.


‘Het was op de HBS, wat tegenwoordig VWO heet. Biologie. Een fijne leraar. En uiteraard kwam de Evolutietheorie aan de orde: het leven is vanzelf ontstaan. De wereld is miljarden jaren oud. Bewezen; wetenschappelijk beredeneerd en aangetoond.’


‘En toen begon u te twijfelen.’


‘Inderdaad. Je begrijpt, Evolutie, dat is heel wat anders dan het geloof dat G.d in zes dagen de wereld heeft geschapen en dat de wereld niet meer dan vijfduizend, zevenhonderd en nog een paar jaren oud is.’


‘Maar u bent toch blijven geloven. Mag ik vragen: hoe is dat gegaan?’


‘Allereerst, Elsje, en vooral, ik wílde blijven geloven. Ik wílde mijn geloof niet kwijtraken. Niet tegenover mijzelf, niet tegenover mijn vader zichrono liv’racha – die opperrabbijn van de Joodse Gemeente Rotterdam was.’


Elsje hoort de opkomende emotie in mijn stem.


‘Maar vooral niet tegenover mijn moeder zichronà liv’’racha, die in de oorlog is omgekomen, vermoord. Niet meer vroom zijn, dat mocht ik haar nesjama-ziel niet aandoen!’


Elsje is diep geraakt. Zij had niet verwacht dat het gesprek zo’n gevoelige wending zou nemen. Misschien vertel ik haar een andere keer over de bijzondere vrouw die mijn moeder is geweest. Niet nu.


‘Dus begon ik antwoorden te zoeken. En die vond ik, G.d zij dank.’


‘Zoals?’


‘Ik merkte op dat de theorie omtrent de evolutie van het leven in de meeste schoolboeken wordt gebracht als zijnde bewezen. Het zou geen theorie meer zijn maar een aangetoond feit. Gelukkig vond ik publicaties met meningen, dat de evolutie van het leven op aarde niet alleen niet was bewezen, maar integendeel hoogst onwaarschijnlijk en zelfs exact-wetenschappelijk onmogelijk zou zijn.’


‘Ik val u even in de rede. Maar ik wil graag weten: waren de exacte vakken op de HBS, zoals wiskunde, schei- en natuurkunde, uw sterkste vakken?’


‘Wiskunde misschien wel. Maar schei- en natuurkunde zeker niet.’


‘Dat valt mij tegen,’ reageert Elsje lachend maar toch ook verwonderd op.


Dat komt - en misschien klinkt dat behoorlijk verwaand – omdat ik een ‘doorprikker’ ben. Natuurkundige formuletjes, ik wilde weten wat daar dieper onder zat. Misschien mag ik wel zeggen dat dat nadeel voor mij een voordeel is gebleken te zijn. À la Johan Cruyff.’


Ik zie aan Elsje dat mijn uitleg niet duidelijk genoeg is geweest.


‘Als je door de door ons ervaren zekerheid van de natuur heen prikt en in de diepere wereld van de Relativiteitstheorie en Quantummechanica afdaalt, komt de Evolutietheorie in een geheel ander daglicht te staan. Onzekerheid, Elsje; onzekerheid is de norm geworden.’


Elsje kijkt mij niet begrijpend aan. Ik stel haar daarom voor een andere keer verder op dit onderwerp in te gaan.


‘Lees intussen maar het boek ‘G.d en de wetenschap’. Geschreven door de bekende Franse filosoof Guitton.’


Ik geef haar het boek en laat haar alvast de tekst achterop het boek zien.


‘Sorry, Elsje,’ zeg ik, ‘maar ik moet nu weg. Op kraambezoek.’


‘Op kraambezoek? Mag ik mee? Ik ben dol op baby’s!’


‘Nee, meisje. Er zijn redenen waarom dat niet kan. Teleurgesteld? Ik breng wel een paar foto’s van moeder en baby voor jou mee. Tot gauw!’

Commentaires


bottom of page