top of page
Artikel

De Evolutie van de Eiffeltoren #25 - Hoe oud ik wel ben


Het is Elsje die de vraag stelt. Zij is mijn vrouw komen helpen met de kleintjes.


‘Hoe oud bent u wel?’


‘Wel; zou oud als ik mij voel. En dat is lekker jong.’


‘Dan kunnen wij met elkaar trouwen!’ en Elsje kijkt mij aan…


‘Dat moet ik even met mijn vrouw overleggen.’


En die reageert: ‘Elsje? Ach nee; die is veel te oud voor jou.’


En mijn vrouw gaat terecht rechtstreeks terug naar haar aanrecht in de keuken.


Recht toe, recht aan snijdt zij haar beroemde, heerlijke chocoladekoek in rechthoekige porties.


‘Leuk, leuk, zo’n woordspelinkje,’ denk ik. ‘Maar is het nu, na die vreemde reactie van Elsje, daar eigenlijk wel het juiste moment voor?’


Ik kijk Elsje aan. Zij zit tegenover mij op de bank; de ogen neergeslagen.


‘Zeg het maar, Elsje,’ probeer ik.


Het komt tot een gesprek. Elsje:


‘U herinnert zich hoe ik een tijdje geleden probeerde u ongezien voorbij te lopen?’


‘Ja.’


‘En wat ik u toen allemaal uitlegde. Dat ik niet meer geloofde wat u mij allemaal in de brugklas had aangepraat. Maar er is sindsdien zoveel veranderd. Al die gesprekken met u, uw manier van uitleggen, de warmte die u naar ons uitstraalt, zelfs naar Ard.…ik ben weer helemaal terug zoals ik de brugklas bij u was.’


‘En?’


‘Uw benadering van de Evolutietheorie. Hoe u G.d in die benadering daar buiten laat. Maar juist daardoor is G.d weer bij mij naar binnen gekomen. Ook door die openhartige biecht van Darwin’s aanhanger en verdediger Aldous Huxley een paar weken geleden.’


Opnieuw slaat Elsje haar ogen neer.


Zacht: ‘En als ik dan uw kinderen zie. Zo lief, zo leuk. Maar vooral zo edel! En toen dacht ik plotseling: wat zou ik graag willen dat u straks de vader van mijn kinderen zal zijn…’


Het gesprek valt stil.


Dan: ‘Lieve Elsje, ik wil jou zeggen dat ik G.d heel dankbaar ben voor het voorrecht dat ik de vader van deze kinderen mag zijn. Maar je begrijpt wel, het zijn ook de kinderen van mijn vrouw, van hun moeder. En misschien nog meer van haar dan van mij.’


Elsje kijkt mij niet begrijpend aan.


‘Het is vooral de moeder die het kind in de jonge jaren vorm geeft. Lichamelijk én geestelijk. De prenatale relatie tussen de moeder en het ongeboren kind al vóór de geboorte. En daarna; bij voorbeeld die innerlijke, liefdevolle band tussen baby en moeder, tussen moeder en baby, tijdens het voeden. Zo bijzonder! Ik heb er vaak met jaloerse blik naar gekeken.’


Ik aarzel. Verder gaan met dit gesprek?


Ik zou het volgende kunnen zeggen:


‘Lieve Elsje, er gaat nog iets vooraf aan het zwanger worden van de moeder. Het intieme gebeuren tussen man en vrouw. Als dat in volmaaktheid wordt beleefd, is dat G.dsWonder mede bepalend voor het ‘soort’ kind dat uit deze eenwording geboren zal worden. Ja?’


Elsje zal begrijpend knikken.


‘Deze lichamelijke eenwording moet ook een geestelijk gebeuren zijn. Wat ik daarmee bedoel? De zuiverheid van het samenzijn. Het lichamelijke aspect moet een voertuig zijn voor het geestelijke ervaren. Maar dat is niet altijd het geval. Te vaak niet. Zoals bij een niet toegestane relatie. Of bij twee geloven op één kussen. Dan zullen, in ieder geval kunnen, op dat moment ook gevoelens van schuld, van spijt en berouw aanwezig zijn. Terwijl het samenzijn toch en juist een diep doorvoeld gebeuren van geestelijke één-wording zou moeten zijn. Wil iemand als baby het resultaat zijn van zo een eenwording…?’


Ik vraag mij in gedachte af of dit een gesprek mag zijn om met een 5VWO-meisje te voeren. Ze is nog zo jong. Maar, toch, toch, ik ben bang van wel. Want onze ‘moderne’ maatschappij is helaas vergiftigd met opvattingen en zienswijzen over de man-vrouw-relatie die er veelal toe leiden dat heel veel huwelijken niet worden – zacht uitgedrukt – wat hij en zij ervan hadden verwacht. Waarop zij en hij, bruid en bruidegom, hadden gehoopt. Wat het had kunnen en moeten zijn.


Arme, arme wereld,’ denk ik. ‘Paradise lost…’


Ik besluit uiteindelijk dit alles niet aan Elsje te vertellen. Niet nu. Misschien een andere keer; later. Maar ik wil haar toch, voor ze straks weggaat, iets toepasselijks meegeven. Een tekst om door te lezen. Ik zoek tussen een stapel papieren met artikelen over het G.dsWonder van de voortplanting. En ja, daar vind ik een geschikt artikel, geschreven door een wereldberoemde wetenschapper, professor Velvl Greene - ook op internet te vinden - hoofd van het Ruimtevaartlaboratorium van de NASA. Hij schrijft:


‘Before birth, a baby lives in its mother’s womb surrounded by water. It doesn’t breathe. Its lungs are collapsed, folded between the two upper chambers of the heart.

There’s a hole in its heart so the blood circulates. And there’s a tube connecting the aorta to the pulmonary artery.

Within ten minutes of birth, its lungs have to expand, the hole in its heart has to heal, the tube has to seal off.

In fact, 67 different steps have to happen in sequence so that the baby can go from a creature that lives in water to an oxygen-breathing baby.

Miraculously, these things take place routinely every minute of every day.

That is science, when we understand what happens. And we know that no human being or scientist could have developed or engineered this sequence. If a company tried to build it, it wouldn’t work.

Indeed, if we knew what goes on in our very own lives, if we knew what goes on in the birth of a baby, we would get on our knees and thank G.d forever. All of the vast scientific studies that have been made over the past hundred years keep pointing to the concept of order and sequence, and therefore, in my opinion, a creator.

A professor of mathematics came into my study one day. He was a real atheist, agnostic. He said to me, “I’ve just calculated that it’s impossible to have the human eye evolving in the five billion years that they give us.” He said, “the person who believes in evolution, that is the person making the leap of faith.”


‘Hier, neem het artikel maar mee,’ zeg ik, wanneer ik Elsje uitlaat. ‘En laat het de anderen lezen. Sonja, Audrey, Ard en de rest van de klas.’


En, kijkend in Elsje’s mooie ogen, bid ik: ‘O. G.d, zorg er alsJeblieft voor dat dit lieve meisje gelukkig wordt.’…..

Comments


bottom of page