Hé, een mail van Ard.
‘Beste rabbijn Vorst, het heeft enige tijd gekost én innerlijke kracht, maar het is LUCTOR ET EMERGO geworden. Ik heb geworsteld en overwonnen. Zeker na de mail die u mij stuurde met de vraag wat leven is.
U schreef wat Aldous Huxley, de beroemde evolutionist en verdediger van Darwin, op oudere leeftijd in zijn boek ‘Confessions of Professional Free-Thinker’ toegaf:
• dat hij wilde dat de wereld geen bedoeling zou hebben • dat hij redenen vond om die aanname aannemelijk te maken • omdat hij zich van de beperkingen van een moreel systeem wilde bevrijden.
Ik heb mij erin herkend. En ik heb besloten te proberen mij die confessie van Huxley eigen te maken. In te zien dat de wereld wel een bedoeling heeft. En ik neem aan dat u mij in dit ommekeerproces zult willen helpen.
Groetjes en graag tot ziens,
Ard’
‘PS. Uw opmerking over ‘ro-man-tiek’ vond ik grappig. Hebt u nog meer van zulk soort woordspelingen? Ik houd mij aanbevolen.’
Ard’s mail gaat verder: ‘Ik vond ergens op school een interessant artikel, waarmee ik hoop u een plezier te doen. Hier komt het:
Op een zomerdag wandelden twee jongemannen, Jean Jacques en Chaim, door een bergdal in Zuid-Frankrijk. Een professor en zijn assistent; speleologen. Zij genoten van het zonnetje, de frisse lucht en waren vol aandacht voor de plaatselijke flora en fauna.
Plots ontwaarden zij een opening in de bergwand en een gang, die zo te zien nimmer door mensen was betreden. Voorzichtig gingen zij naar binnen. Ten slotte kwamen zij in een ruime grot. Chaim stak een toorts aan. De beide mannen waren sprakeloos. Zij zagen prachtige wandschilderingen van jagers op groot en klein wild.
Professor Jean Jacques nam zijn tijdmeter, die hij als speleoloog altijd bij zich droeg en bepaalde de ouderdom van de tekeningen. 22.000 - zegge tweeëntwintig duizend! - jaar wees het apparaat aan. Vlijmscherp concludeerde de hooggeleerde: ‘22.000 jaar geleden waren hier mensen.’
Assistent Chaim Chochem was niet zo overtuigd. Hij opperde dat de tekeningen misschien door toevallige omstandigheden waren ontstaan. Verkleuringen zouden het gevolg kunnen zijn van de inwerking van doorsijpelend grondwater op de gesteenten. De lucht had zijn invloed doen gelden. Afvalstoffen, afkomstig van grotere en kleinere dieren hadden zich mogelijk aan de wanden gehecht.
Jean Jacques verwierp deze hypothese resoluut. ‘Duidelijk is hier de hand van een denkend wezen werkzaam geweest,’ verklaarde hij. ‘De tekeningen zijn te mooi, ieder voor zich, en te mooi op elkaar afgestemd om hun ontstaan aan toevalligheden te kunnen toeschrijven!’
Nadat zij de grot hadden verlaten en teruggekeerd waren in het dal, rustten de beide heren uit om van de emotie te bekomen. Hun vondst betekende ontegenzeggelijk een belangrijke bijdrage voor de wetenschap. De grot bleek namelijk duizenden jaren eerder beschilderd te zijn dan de grot van Lascaux, waardoor diverse bestaande theorieën over kunst uit de steentijd bijgesteld moesten worden.
Zittend op een boomstronk keek Chaim geboeid naar een bij die op een bloem was neergestreken. Het diertje zoog met zijn lange tong de nectar uit de kelk en vulde de zakjes aan zijn pootjes met stuifmeel. Dan vloog het beestje terug naar de korf om de lading over te geven aan enkele van zijn honderdduizend medebewoners van de korf. Want ieder had daar zijn, of beter, haar taak.
‘Je ziet gewoon de Schepper in deze diertjes,’ merkte Chaim Chochem op. ‘Hoe geraffineerd zit een bij in elkaar! De ogen, de tong, de vleugels, de poten, het orientatie-vermogen, noem maar op, alles is functioneel en alle onderdelen werken harmonieus samen. In de Natuur herken je de Maker!’
Professor Jean Jacques verwierp deze hypothese van Chaim Chochem resoluut. ‘Het ontstaan van de bij kan zonder meer worden toegeschreven aan het toeval.
Alles kan, als de tijd er voor beschikbaar is. Blijkbaar was die tijd beschikbaar, want anders was de bij er niet geweest,’ besloot de eminente geleerde Jean Jacques Stupide zijn betoog.
Einde artikel.
‘Bedankt voor het toezenden van het artikel,’ mail ik Ard terug. ‘Ik was het al jaren kwijt.’
Commenti