LATEN WIJ G.D ER NOG STEEDS BUITEN? ‘Lieve kinderen - mag het zo? - hoe kwam ik eigenlijk over huwelijk en voortplanting te spreken?’
Elsje: ‘Omdat u bij u thuis, ’s avonds na het babysitten, met mij over het G.dsWonder van de voortplanting sprak. U had het over het G.dsWonder van de voortplanting in de plantenwereld. Over het G.dsWonder van de voortplanting in de dierenwereld. En ten slotte sprak u over het G.dsWonder van de voortplanting bij de mens. Steeds over het G.dsWonder!’
‘Klopt. Ik sprak met jou, Elsje, en ik spreek met jullie nu over wat ik noem het G.dsWonder van de voortplanting.
G.dsWonderen. Herinneren jullie je nog wat indertijd mijn uitgangspunt was toe wij onze gesprekken over de evolutietheorie begonnen? Laat ik het nog even herhalen:
‘Ik wil benadrukken:
• vreemd misschien voor een rabbijn – maar G.d laat ik er voorlopig buiten
• de evolutietheorie wil ik namelijk zuiver op wetenschappelijke gronden benaderen en beoordelen
• afhankelijk van het resultaat en de conclusies kunnen wij dan later eventueel bekijken of het bestaan van G.d als Schepper wel of niet nodig is om het ontstaan van leven enz. te verklaren.
En ik veronderstel dat wij uit al de gesprekken die wij over ‘De Evolutie van de Eiffeltoren - op zoek naar het mechanisme’ – hebben gevoerd, en uit al de artikelen die ik over Evolutie schreef en wat ik jullie heb verteld, langzamerhand conclusies kunnen trekken.’
Ard: ‘Kunt u nog even uw vraagstelling herhalen helemaal in het begin? Wat u zich afvroeg met betrekking tot het tot stand komen van de giraffe?’
‘OK. Alsjeblieft, here it is: ik vroeg mij daar af of het scenario ‘Mutatie-Recombinaties-Natuurlijke Selectie’ inderdaad het mechanisme is geweest dankzij welke de giraffe – inclusief alle noodzakelijke veranderingen in zijn lichaam – aan zijn lange nek is gekomen?’
En dat leek mij hoogst onwaarschijnlijk, of beter gezegd gewoon onmogelijk.
En verder liet ik jullie weten, dat ik uit het gesprek met Stanley Miller had begrepen – weergegeven in het artikel ‘HOOG BEZOEK’ - dat veel geleerden van wereldnaam van mening zijn dat het leven – wat dat ook moge zijn – niet vanzelf is ontstaan. Maar dat het er wel is!’
‘Beste 5VWO-ers. Ik herhaal nu opnieuw wat ik daar, aan het eind van dat artikel ‘HOOG BEZOEK’, heb geschreven:
‘Maar het is er wel! Even diep ademhalen. Het leven is niet vanzelf ontstaan…
Maar het is er wel…Moet ik dan niet logischerwijze concluderen dat er een Tot Stand Brenger moet zijn?! Wat mij betreft, tot een andere conclusie kan ik niet komen. Benieuwd wat Elsje ervan vindt.’
Dat schreef ik daar indertijd. En nu, logisch, kijk ik Elsje vragend aan.
Elsje: ‘Mijn conclusie is wat ik u kort geleden bij u thuis verklaarde. Toen ik uw vrouw met de kleintjes had geholpen. Ik heb het toen ongeveer zo gezegd:
“De manier waarop u de Evolutietheorie benadert. Hoe u G.d in die benadering er buiten laat. Maar juist daardoor is G.d weer bij mij naar binnen gekomen. En dat komt verder ook door die openhartig-eerlijke verklaring van Aldous Huxley, de aanhanger en verdediger van Darwin. Die toegaf dat de theorie van evolutie eigenlijk wishful thinking was.”
Andere 5VWO-ers sluiten zich bij Elsje aan. Met andere woorden misschien, maar wel met de conclusie dat het wetenschappelijk logischer is – méér waarschijnlijk dan onwaarschijnlijk - om te concluderen dat er een Tot Stand Brenger is. Logischer dan vast te houden aan de opvatting dat alles – via evolutie – vanzelf tot stand is gekomen.
Ik slaak een diepe zucht. Met een blije glimlach. En met een intens gevoel van voldoening. Want mijn ideaal om G.d weer in onze maatschappij terug te brengen - in hoofd én hart, in hart én hoofd – vooral van de jeugd, daar ben ik wat betreft mijn VWO-tieners G.d-zij-dank in geslaagd!
Geslaagd?
‘Wat moet je je bij een Hogere Macht voorstellen?’ Een vraag van een van de 5VWO-ers.
‘Bestaat die Tot Stand Brenger nog steeds? Dat hij/zij er is geweest, dat hebt u ons overtuigend uitgelegd. Maar ik vraag mij af, toen alles eenmaal tot stand was gebracht, had je die Tot Stand Brenger toch niet meer nodig?’ Een vraag van een andere 5VWO-er.
Vragen, vragen, vragen. Goede vragen. Doordachte vragen. Positief gesteld. Vragen die ik moet beantwoorden. Dat verwachten de 5VWO-ers van mij.
‘Jongens, meisjes, Ik ga met jullie teksten doornemen die ik in mijn boekje Over Pijn Zingen heb geschreven. In het hoofdstuk Waarom ik geloof en weet.’
De agenda’s worden getrokken. Een nieuwe afspraak wordt gemaakt. ‘We vinden wel ergens op school een vrij lokaal. Tot dan!’
Comments